Inloggen
IEP Toets
Filters

Groep

Vak

Type

Werkbladen > Klokkijken > Analoge klok > Analoge klok - later
Werkblad: Hoeveel later is het? (minuten) [1] (geschikt voor groep 6)
Groep 6
Op dit werkblad oefen je met het aflezen van tijdstippen op de analoge klok. Hiervoor tel je vooruit op de klok. Bij het maken van dit oefenblad is het belangrijk dat je al weet dat een heel uur uit 60 minuten bestaat, een half uur uit 30 minuten en een kwartier uit 15 minuten. Oefen op dit oefenblad om bekend te raken met het tot op de minuut precies aflezen van tijdstippen. Door veel te oefenen met klokkijken, raak je vertrouwd met het aflezen van de klok en het bepalen van een tijdstip op de dag.
Werkbladen > Klokkijken > Digitale klok > Digitaal - vroeger
Werkblad: Hoeveel vroeger is het? (5 voor en 10 over) [2] (geschikt voor groep 5)
Groep 5
Kan jij al goed op de digitale klok zien hoeveel vroeger het is? Op dit werkblad kun je daarmee oefenen. Dat doe je in 5 minuten over, 5 minuten voor, 10 minuten over en 10 minuten voor het hele en het halve uur. Hierbij oefenen je met de begrippen ‘voor’ en ‘over’ en raak je daar meer mee bekend. Door goed te oefenen met klokkijken, ontwikkel je jouw tijdsbesef. Daardoor kun je steeds meer zelfstandig jouw dag plannen en organiseren.
Werkbladen > Klokkijken > Analoge klok > Analoge klok - later
Hoeveel later is het? (hele uren) [3]
Groep 5
Op dit werkblad oefen je met het aflezen van hele uren op de analoge klok. Je moet op de aangeven hoeveel later het is. Je telt hiervoor vooruit op de klok. Om dat te kunnen doen, moet je al tot 12 kunnen tellen. Als je kunt uitrekenen hoeveel later het is, krijg je een beter besef van tijd.
Werkbladen > Klokkijken > Digitale klok > Digitaal - vroeger
Werkblad: Hoeveel vroeger is het? (hele uren) [2] (geschikt voor groep 4)
Groep 4
Kan jij al op de digitale klok zien hoeveel vroeger het is? Op dit werkblad oefen je daarmee. Je moet namelijk aangeven hoeveel vroeger het is in hele uren. Hiervoor moet je achteruit tellen. Door dit werkblad te maken, word je beter in het aflezen van de digitale klok. Hierdoor ontwikkel je jouw tijdsbesef en kun je zelf beter je dag plannen en organiseren.
Werkbladen > Klokkijken > Digitale klok > Digitaal - later
Werkblad: Hoeveel later is het? (hele en halve uren) [2] (geschikt voor groep 4)
Groep 4
Op dit werkblad oefen je met het uitrekenen van hoeveel later het is op de digitale klok. Dat doe je in hele en halve uren. Je telt hiervoor vooruit op de klok. Onthoud hierbij dat een digitale klok na 12 uur doortelt. Oefen op dit blad om vertrouwd te raken met het aflezen van tijdstippen op de digitale klok. Hierdoor groeit jouw besef van tijd en kun je beter zelf je dag plannen en organiseren.
Werkbladen > Klokkijken > Digitale klok > Digitaal - later
Werkblad: Hoeveel later is het? (hele en halve uren) [1] (geschikt voor groep 4)
Groep 4
Kan jij al hele en halve uren aflezen op de digitale klok? Op dit werkblad kun je daarmee oefenen. Je moet namelijk uitrekenen hoeveel later het is in hele en halve uren. Je telt hiervoor vooruit op de klok. Het is belangrijk dat je weet dat een heel uur uit 60 minuten bestaat en een half uur uit 30 minuten. Onthoud hierbij dat een digitale klok na 12 uur doortelt. Door goed te oefenen met klokkijken, kun je beter de tijdstippen op de dag bepalen.
Werkbladen > Klokkijken > Digitale klok > Digitaal - later
Werkblad: Hoeveel later is het? (hele uren) [2] (geschikt voor groep 4)
Groep 4
Op dit werkblad moet je aangeven hoeveel later het is. Hiervoor tel je vooruit op de digitale klok. Dat doe je in hele uren. Op de digitale klok staan de hele uren voor de dubbele punt. De minuten staan achter de dubbele punt. Door te kunnen tellen op de digitale klok, zul je meer snappen hoe deze klok is opgebouwd. Hierdoor word je beter in het aflezen van digitale tijdstippen.
Werkbladen > Klokkijken > Digitale klok > Digitaal - vroeger
Werkblad: Hoeveel vroeger is het? (hele uren) [1] (geschikt voor groep 4)
Groep 4
Op dit werkblad geef je op de digitale klok aan hoeveel vroeger het is. Dat doe je in hele uren. Hiervoor moet je achteruit tellen. Door veel te oefenen, raak je bekend met het aflezen van de digitale klok en het bepalen van een tijdstip op de dag. Tip! Oefen ook met deze werkbladen: Hoeveel vroeger is het (hele en halve uren) en Hoeveel vroeger is het (hele, halve uren en kwartieren).
Werkbladen > Klokkijken > Analoge klok > Analoge klok - later
Werkblad: Hoeveel later is het? (hele, halve uren en kwartieren) [2] (geschikt voor groep 4)
Groep 4
Op dit werkblad kun je oefenen met het klokkijken op de analoge klok. Je oefent met het uitrekenen van hoeveel later het is. Dat doe je op dit blad in hele uren, halve uren en kwartieren. Door het vooruit tellen op de klok en het aflezen van tijdstippen, ontwikkel je jouw besef van tijd. Daardoor zul je na verloop van tijd beter zelf dingen kunnen plannen en organiseren.
Werkbladen > Klokkijken > Analoge klok > Analoge klok - later
Werkblad: Hoeveel later is het? (hele, halve uren en kwartieren) [1] (geschikt voor groep 4)
Groep 4
Op dit werkblad kun je oefenen met het klokkijken op de analoge klok. Je oefent met het uitrekenen van hoeveel later het is. Dat doe je op dit blad in hele uren, halve uren en kwartieren. Door het vooruit tellen op de klok en het aflezen van tijdstippen, ontwikkel je jouw besef van tijd. Daardoor zul je na verloop van tijd beter zelf dingen kunnen plannen en organiseren.